4 nov. 1918
Matrozenopstand in Kiel
In de noord-Duitse havenstad Kiel komen matrozen in opstand tegen een zinloze poging om de oorlog voort te zetten. De opstand verspreidt zich al gauw door heel Duitsland.
7 nov. 1918
Revolutie in Beieren
De vonk van de matrozenopstand springt over naar München, in het zuid-Duitse Beieren. De Beierse koning Ludwig III moet aftreden; de 'Beierse vrijstaat' wordt uitgeroepen. Er komt een linkse regering aan de macht.
9 nov. 1918
Novemberrevolutie
'Novemberrevolutie'. In Berlijn wordt de Duitse republiek uitgeroepen. Keizer Wilhelm II treedt af en vlucht naar Nederland. (Beeld: De gematigd linkse politicus Philipp Scheidemann roept de republiek uit in Berlijn. © Bundesarchiv, via Wikimedia Commons.)
11 nov. 1918
Wapenstilstand in Compiègne
Het Duitse leger is verslagen, en geeft zich officieel over in de bossen van Compiègne, in Frankrijk. De daaropvolgende wapenstilstand maakt een einde aan de ‘Grote Oorlog’ (Eerste Wereldoorlog) in West-Europa. Radicaal-rechtse groepen in Duitsland weigeren echter te accepteren dat het Duitse leger de oorlog verloren heeft. Ze beweren dat het leger door een samenzwering van communisten en Joden aan het thuisfront een 'dolkstoot in de rug' zou hebben gekregen.
5 jan. 1919
Oprichting van de 'Duitse Arbeiderspartij'
In München richten de monteur Anton Drexler en de sportjournalist Karl Harrer de extreemrechtse en antisemitische 'Duitse Arbeiderspartij' (DAP) op. De DAP is dan slechts één van de vele radicale partijtjes in München.
21 mrt. 1919
Oprichting van het Bauhaus
Architect Walter Gropius richt het Bauhaus op. Aan deze designschool worden later invloedrijke ideeën over modern design ontwikkeld. (Beeld: vanaf 1925 had het Bauhaus zijn eigen, iconische gebouw in Dessau. Deze afbeelding stamt uit 1926. © Stiftung Bauhaus Dessau.)
23 mrt. 1919
Oprichting van de 'Fasci di Combattimento'
In Italië richt de activist Benito Mussolini de organisatie 'Fasci Italiani di Combattimento' op. Deze ontwikkelt zich tot een gewelddadige, anti-linkse beweging. Mussolini ontwikkelt een autoritaire, extreem nationalistische ideologie: het fascisme.
7 apr. 1919
Uitroep van de Münchense Radenrepubliek
Na de moord op de Beierse regeringsleider Kurt Eisner in München roepen zijn volgelingen de 'Radenrepubliek' uit.
12 apr. 1919
Communisten aan de macht in München
Ultra-rechtse veteranenmilities ('vrijkorpsen') proberen de Münchense radenrepubliek ten val te brengen. dat mislukt ternauwernood. Radicale communisten nemen de macht in de Radenrepubliek over.
1 tot 3 mei 1919
Val van de Münchense Radenrepubliek
Het vrijkorps onder leiding van Franz von Epp valt München binnen, en brengt met bloedige gevechten de Radenrepubliek alsnog ten val. Bij conservatieve Duitsers laat de Münchense Radenrepubliek een diepe angst voor het communisme na.
28 jun. 1919
Ondertekening van het Verdrag van Versailles
In Versailles (Frankrijk) komt de Eerste Wereldoorlog officieel ten einde met een vredesverdrag. De bepalingen zijn zeer streng. Het overwonnen Duitsland krijgt als enige de schuld van de oorlog, verliest grondgebied en moet hoge herstelbetalingen doen. Ook mag het geen groot leger meer hebben.
november 1919
Adolf Hitler wordt lid van de DAP
De kleine, radicaal-rechtse Duitse Arbeiderspartij in München krijgt een nieuw lid: de Oostenrijkse Adolf Hitler. Hitler maakt naam als propagandist en klimt snel op binnen de partij.
24 feb. 1920
Van DAP naar NSDAP
Op een publieke bijeenkomst in het Hofbräuhaus, een grote Münchense bierhal, kondigt Hitler een nieuw partijprogramma aan. De naam van het partijtje wordt later officieel veranderd in 'Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij' (NSDAP). Hitler zou later beweren dat al deze gebeurtenissen op dezelfde dag plaatsvonden.
Hakenkruisvlag
1920
In 1920 werd in Starnberg, nabij München, voor het eerst de hakenkruisvlag gebruikt. Datzelfde jaar werd het universeel ingesteld als symbool van de NSDAP.
Meer over dit object
13 tot 17 mrt. 1920
Lüttwitz-Kapp-putsch in Berlijn
Om het aantal actieve soldaten te verminderen, in lijn met het Verdrag van Versailles, ontbindt de Duitse regering twee belangrijke vrijkorpsen. In reactie daarop bezetten de vrijkorpsen Berlijn, onder leiding van legercommandant Walther von Lüttwitz en ambtenaar Wolfgang Kapp. De couppoging mislukt dankzij arbeidersstakingen en -opstanden.
29 okt. 1922
Mussolini wordt premier van Italië
In Italië voeren de fascisten, onder leiding van Mussolini, de druk op de regering op. Mussolini bluft door te dreigen met een staatsgreep. Hij krijgt toestemming een regering te vormen, om 'orde op zaken te stellen'. Italië wordt de eerste fascistische dictatuur.
8 tot 9 nov. 1923
Mislukte staatsgreep in München
Geïnspireerd door Mussolini in Italië wil Hitler een staatsgreep plegen in München, om daarna de macht over te nemen in Berlijn. Deze zogenaamde 'bierkelderputsch' mislukt totaal en eindigt in een schietpartij op de Odeonsplatz. Hitler raakt gewond en wordt gearresteerd.
1 apr. 1924
Hitler wordt veroordeeld
Voor zijn rol in de mislukte staatsgreep krijgt Hitler een grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. De conservatieve rechters zijn opvallend mild. Ze hebben Hitler de ruimte gegeven om van zijn proces één grote propagandashow te maken.
20 dec. 1924
Hitler komt vrij
Na tien maanden in comfortabele gevangenschap in de vesting van Landsberg wordt Hitler alweer vrijgelaten. Door zijn optreden tijdens de rechtszaak is hij een landelijke beroemdheid geworden.
februari 1925
Heroprichting van de NSDAP
Een paar maanden na Hitlers gevangenschap wordt de NSDAP officieel opnieuw opgericht. Hitler trekt alle macht naar zich toe en de partij wordt opnieuw georganiseerd.
18 jul. 1925
Uitgave van "Mijn strijd"
Bij de nazistische uitgeverij Franz Eher Nachf. wordt het eerste deel van "Mijn strijd" (Mein Kampf) uitgegeven. Dit boek schreef Hitler voor het grootste deel in de gevangenis. Hij zet hierin zijn antisemitische en racistische ideologie uiteen; presenteert een deels verzonnen autobiografie; en speelt in op conservatieve en nationalistische gevoelens.
24 okt. 1929
"Zwarte donderdag" op de beurs in New York
De aandelenkoersen van de beurs op Wall Street zakken dramatisch snel. Deze "zwarte donderdag" markeert het begin van een wereldwijde financiële crisis. In Duitsland heeft de economische crisis enorme gevolgen. De werkloosheid loopt razendsnel op.
23 feb. 1930
Dood van Horst Wessel
De nationaalsocialistische activist Horst Wessel wordt door communisten doodgeschoten. De NSDAP verklaart Wessel tot ‘martelaar van de beweging’ en gebruikt zijn dood als propagandamiddel.
14 sept. 1930
Rijksdagsverkiezingen; winst voor de NSDAP
De wijdverbreide onvrede door de economische crisis leidt tot grote winst voor radicale partijen tijdens de verkiezingen. De communistische KPD wint 23 zetels. De grootste winst is voor de tot voor kort marginale NSDAP. Met 95 extra zetels zijn de nazi's plots de op één na grootste partij in het parlement.
Verkiezingsaffiche
1932
Voor de campagne voor de presidentsverkiezingen ontwerpt Hans Schweitzer een affiche met de titel "Schluss jetzt! Wählt Hitler!" ("Nu is het genoeg! Stem Hitler!"). De poster is ontworpen om kracht uit te stralen, en belooft een revolutionaire 'bevrijding' als Hitler gekozen zou worden. Qua ontwerp lijkt het affiche op vergelijkbare beelden uit de communistische en socialistische propaganda.
Meer over dit object
13 mrt. en 10 apr. 1932
Duitse presidentsverkiezingen
Hitler doet een gooi naar het presidentschap, maar verliest van de conservatieve Paul Hindenburg. Toch is de verkiezing een 'succes' voor de nazi's. Hitler krijgt bij de tweede ronde 36,8% van de stemmen: twee miljoen meer ten opzichte van de eerste ronde. Dit draagt bij aan zijn reputatie als potentiële leider van Duitsland.
6 nov. 1932
Rijksdagsverkiezingen; licht verlies voor de NSDAP
Voor de tweede keer in één jaar gaan de Duitsers naar de stembus, om de leden van de Rijksdag te kiezen. De NSDAP blijft de grootste partij, maar verliest zetels. De voortdurende groei van de nazipartij lijkt geremd. Er wordt gespeculeerd dat Hitler over zijn hoogtepunt heen is. De DNVP, geleid door Franz von Papen, heeft juist stemmen gewonnen.
30 jan. 1933
Benoeming van Hitler tot Rijkskanselier
De conservatieve Franz von Papen ziet zijn kans schoon en wil de - in zijn ogen - verzwakte Hitler voor zijn karretje spannen. President Hindenburg gaat akkoord en benoemt Hitler tot Rijkskanselier. Aanvankelijk bestaat het kabinet-Hitler deels uit nazi's en deels uit leden van de conservatieve DNVP.
27 feb. 1933
Rijksdagbrand
In de avond van 27 februari breekt er in de Rijksdag, het Duitse parlementsgebouw, een grote brand uit. De Nederlandse communist Marinus van der Lubbe wordt als vermoedelijke brandstichter gearresteerd. De nazi's grijpen de brand aan als excuus om af te rekenen met hun politieke tegenstanders.
28 feb. 1933
"Rijksdagbrandverordening"
Op aandringen van Hitler zet president Hindenburg artikel 48, §2 van de Duitse grondwet in werking. Met dit noodbevel, later bekend als de "Rijksdagbrandverordening", mag de Duitse regering de grondrechten van burgers inperken. De SA intimideert en arresteert tegen deze tijd al op grote schaal politieke tegenstanders.
5 mrt. 1933
Rijksdagverkiezingen; NSDAP haalt geen absolute meerderheid
De eerste - en laatste - Rijksdagverkiezingen onder Hitler zijn een teleurstelling voor de nazi's. De NSDAP krijgt geen absolute meerderheid in het parlement; ondanks wijd verbreide intimidatie van kiezers door de SA, massale arrestaties van communistische tegenstanders, en grootschalige propagandacampagnes.
13 mrt. 1933
Oprichting van het propagandaministerie
President Hindenburg tekent een wet waarmee een "Ministerie voor Volksvoorlichting en Propaganda" wordt opgericht. Nazi-propagandist Joseph Goebbels krijgt hier als minister de volledige leiding over.
22 mrt. 1933
Oprichting van concentratiekamp Dachau
Het SS-concentratiekamp wordt opgericht op een oud fabrieksterrein in Dachau, nabij München, om politieke tegenstanders in op te sluiten. In dit stadium controleert ook de SA tientallen 'wilde kampen' in heel Duitsland, waarin met name communisten en socialisten worden opgesloten en mishandeld.
23 mrt. 1933
"Machtigingswet"
Na de teleurstellende verkiezingen van 5 maart gooien de nazi's het over een andere boeg. Met een speciale wet geeft het kabinet-Hitler zichzelf de macht om te regeren zonder toestemming van het parlement. Deze "Machtigingswet" wordt met steun van Hitlers conservatieve bondgenoten aangenomen. Hiermee eigenen de nazi's zich de macht over de regering definitief toe.
1 apr. 1933
'Boycot'-acties tegen Joodse bedrijven
De SA organiseert een 'boycot' van Joodse bedrijven en winkels. Winkels worden met Davidsterren of leuzen beklad. Geüniformeerde SA-mannen intimideren hun Joodse eigenaren en potentiële klanten. Ze dragen borden met de slogan "Duitsers! Verzet je! Koop niet bij Joden!". Met deze oproep tot 'verzet' verwijzen de nazi's naar de antisemitische complottheorie dat de Joden een vreemde groep zijn, die 'echte' Duitsers zouden 'onderdrukken'.
7 apr. - 25 apr. 1933
Eerste antisemitische wetten
De "Wet voor het Herstel van de Beroepsambtenarij" verbiedt op 7 april Joden om voor de overheid te werken. Aanvankelijk wordt nog een uitzondering gemaakt voor veteranen van de Eerste Wereldoorlog. Op 25 april wordt ook de "Wet tegen overbevolking van scholen en universiteiten" aangenomen, waardoor veel Joden niet meer naar openbare scholen en universiteiten mogen.
10 mei 1933
Boekverbrandingen
Onder aanvoering van de Nationaalsocialistische Studentenbond worden op de Berlijnse Opernplatz tienduizenden boeken van bijvoorbeeld Joodse, pacifistische of politiek linkse auteurs verbrand. De studenten presenteren deze actie als een 'zuivering' van de Duitse kunst en literatuur. Vergelijkbare evenementen vinden in heel Duitsland plaats.
Volksradio
1933
Op 18 augustus 1933 wordt de VE-301 op de radiotentoonstelling in Berlijn aan het Duitse publiek gepresenteerd. 'VE' staat voor 'Volksempfänger' (Volksontvanger). Het cijfer 301 verwijst naar 30 januari, de datum waarop Hitler tot Rijkskanselier benoemd werd.
Meer over dit object
30 jun. - 2 jul. 1934
Nacht van de Lange Messen
Hitler rekent af met mogelijke concurrenten en politieke tegenstanders binnen zijn eigen organisatie. Kopstukken van de SA, waaronder zijn voormalige bondgenoot en hoogste SA-leider Ernst Röhm, worden vermoord. De 'elite'-afdeling SS, onder leiding van Heinrich Himmler, bewijst door gewillige deelname aan de moorden haar trouw aan Hitler. Ze vergroot zo haar macht.
2 aug. 1934
Dood van Rijkspresident Paul von Hindenburg
De 86-jarige president Von Hindenburg is ziek, ernstig verzwakt en sterft op 2 augustus. Hiermee is de laatste 'autoriteit' van de Weimarrepubliek uit beeld verdwenen. Direct na Von Hindenburgs dood zweert het Duitse leger een eed van persoonlijke trouw aan Hitler.
19 aug. 1934
Referendum over het leiderschap van Hitler
In een referendum dat gepaard gaat met grootschalige propaganda, intimidatie en verkiezingsfraude, stemmen bijna 90% van de Duitsers in met een wetswijziging om het ambt van de president af te schaffen. Hitler krijgt als "Führer en Rijkskanselier" van het Duitse volk officieel de dictatoriale macht.
Propagandafilm
1935
Op 28 maart 1935 gaat de propagandafilm "Triomf van de wil" (Triumph des Willens) van regisseur Leni Riefenstahl in première. De film is een propagandistische enscenering van de 'Rijkspartijdagen' van september 1934 - de meerdaagse massa-bijeenkomst van de nazipartij in Neurenberg.
Meer over dit object
15 sept. 1935
Afkondiging van de 'Neurenberger wetten'
Met twee racistische wetten - de "Rijksburgerwet" en de "Wet ter bescherming van het Duitse bloed en de Duitse eer" - worden Joden tot tweederangs burgers verklaard en mogen ze geen liefdesrelaties met niet-Joden meer hebben. Tegelijk met de Neurenberger wetten wordt ook de 'Rijksvlaggenwet' afgekondigd, waarmee de hakenkruisvlag de enige officiële vlag van Duitsland wordt.
Fakkelhouder
1936
Als propaganda- en promotiestunt organiseert het naziregime een fakkelloop vanuit Griekenland naar Berlijn. Duizenden fakkelhouders worden voor deze estafette geproduceerd.
Meer over dit object
17 jun. 1936
Benoeming van Heinrich Himmler tot "Reichsführer-SS en chef van de Duitse politie"
Met deze benoeming staan zowel de SS als Duitse politie onder het gezag van Himmler. In de zomer van 1936 wordt het complex van concentratiekampen, na een teruggang in 1934-35, weer uitgebreid met het nieuwe kamp Sachsenhausen, nabij Berlijn.
1 aug. 1936
Opening van de Olympische Spelen in Berlijn
De Spelen worden door het naziregime aangegrepen voor een groot propagandaspektakel. Het antisemitisme en de dagelijkse onderdrukking worden uit beeld gehouden.
13 mrt. 1938
Duitse annexatie van Oostenrijk
Na een langdurige ondermijning van de staat door Oostenrijkse nazi's, groeit de druk vanuit Duitsland. De Oostenrijkse kanselier Schusnigg treedt af, en wordt opgevolgd door de nazi Arthur Seyss-Inquart, die meteen het Duitse leger uitnodigt. Op 13 maart verklaart Hitler de "aansluiting" (Anschluss) van Oostenrijk met Duitsland, die grotendeels gesteund wordt door de Oostenrijkse bevolking. Er volgt een golf van antisemitisch geweld en vernedering.
9 nov. - 10 nov. 1938
Pogrom tegen Joden in Duitsland
Nadat een 17-jarige Pools-Joodse jongen een Duitse diplomaat in Parijs doodschiet, grijpen de nazi's onder aanvoering van Joseph Goebbels de gelegenheid aan als excuus voor openlijk geweld tegen Duitse Joden. In de nacht van 9 op 10 november vinden in verschillende Duitse steden pogroms - gewelddadige antisemitische rellen - plaats. Duizenden Joodse gebedshuizen, huizen, winkels, bedrijven, en verenigingdgebouwen worden vernield, honderden mensen worden vermoord. Er volgt een nieuwe golf van antisemitische wetten.
Moederkruis
1938
Op 16 december 1938 kondigt Hitler een officieel eerbetoon aan kinderrijke moeders aan. Het "Erekruis voor de Duitse moeder" kan aan moeders gegeven worden die meer dan vier kinderen hebben - én aan de racistische criteria van het regime voldoen.
Meer over dit object
Dressoir
1939
Dit dressoir staat in de werkkamer van Hitler in de "Nieuwe Rijkskanselarij", ontworpen door Albert Speer en officieel geopend op 9 januari 1939. Het voornaamste doel van de Nieuwe Rijkskanselarij is om de Duitse heerschappij te onderstrepen, en indruk te maken op buitenlandse diplomaten.
Meer over dit object
1 sept. 1939
Duitse inval in Polen
De SS zet een reeks Poolse 'aanvallen' op Duitsland in scène. Duitsland gebruikt deze als voorwendsel om Polen binnen te vallen. In de kielzog van het Duitse leger trekken ook paramilitaire 'taakgroepen' (Einsatzgruppen) het land binnen. Om mogelijk verzet tegen de bezetting in de kiem te smoren, vermoorden ze Poolse intellectuelen, priesters en politici.
3 sept. 1939
Franse en Britse oorlogsverklaring aan Duitsland
Als reactie op de Duitse inval in Polen verklaren Groot-Brittannië en Frankrijk de oorlog aan Duitsland. Ze maakten echter nog geen aanstalten om aan te vallen, waardoor dit eerste deel van de Tweede Wereldoorlog in Europa bekend kwam te staan als de "spookoorlog".
17 sept. 1939
Sovjet-Russische inval in oost-Polen
Volgens de afspraken met Duitsland valt de Sovjet-Unie oost-Polen binnen, om dit gedeelte voor zichzelf in te lijven. De oorlog is voor Polen volledig verloren.
6 okt. 1939
Overgave van Polen
Door de overweldigende overmacht is Polen gedwongen zich over te geven. Polen wordt opgedeeld tussen Duitsland en de Sovjet-Unie. Een deel van Polen wordt officieel ingelijfd bij Duitsland; het middelste deel van Polen wordt omgedoopt tot "gouvernement-generaal" (Duits: "Generalgouvernement") en als kolonie bestuurd.
oktober 1939
Bevel voor "euthanasie"-moorden
Hitler geeft officiële toestemming voor de grootschalige moord op mensen met een geestelijke en lichamelijke beperking. Hij dateert het bevel met terugwerkende kracht op 1 september 1939. De nazi's omschrijven deze moorden vergoelijkend als "euthanasie".
Kentekentabel
ca. 1939-1940
Deze tabel met uitleg over kentekens die gevangen in de concentratiekampen moesten dragen wordt waarschijnlijk in de periode 1939-1941 getekend. De driehoekige kentekens waren al in 1938 gestandaardiseerd.
Meer over dit object
9 apr. 1940
Duitse aanval op Denemarken en Noorwegen
Als eerste oorlogshandeling in Noordwest-Europa valt het Duitse leger Denemarken en Noorwegen binnen. Denemarken geeft zich na zes uur over; Noorwegen capituleert op 10 juni.
10 mei 1940
Duitse aanval op Nederland, België en Frankrijk
Het Duitse leger begint een grootschalig offensief tegen Frankrijk, in de hoop de oorlog snel te kunnen beslissen. In het kader van dit offensief worden ook België en Nederland aangevallen. Nederland capituleert op 15 mei; het Belgische leger op 28 mei.
25 jun. 1940
Capitulatie van Frankrijk
Na een razendsnelle opmars van het Duitse leger ziet ook het Franse leger zich gedwongen op de capituleren. Duitsland lijkt de absolute overwinnaar - alleen Groot-Brittannië is nog in oorlog. Noord-Frankrijk, Nederland en België worden bezet, evenals Noorwegen en Denemarken. Zuid-Frankrijk wordt een Duitse marionettenstaat.
6 jun. 1941
Uitvaardiging van het "Commissarisbevel"
In voorbereiding op de aanval op de Sovjet-Unie vaardigt het Duitse leger "richtlijnen voor de behandeling van politieke commissarissen" uit, waarmee Duitse soldaten feitelijk een vrijbrief krijgen om burgers en krijgsgevangenen te vermoorden.
22 jun. 1941
Duitse inval in de Sovjet-Unie
Het Duitse leger begint op bevel van Hitler "Operatie Barbarossa" - een verrassingsaanval op de Sovjet-Unie. Aanvankelijk maakt het leger een razendsnelle opmars. Het pleegt op grote schaal oorlogsmisdaden.
'Jodenster'
1941
Op 19 september 1941 krijgen alle Joden in Duitsland het bevel een zogenaamde 'Jodenster' te dragen. Dit is een nieuwe, vergaande stap in de steeds radicalere discriminatiepolitiek van de nazi's. Terwijl in het bezette Oost-Europa Joden al fysiek worden afgezonderd en vermoord, zijn ze nu ook in Duitsland zichtbaar uitgestoten uit de samenleving.
Meer over dit object
20 jan. 1942
Wannsee-conferentie
In een villa buiten Berlijn komen hooggeplaatste nazifunctionarissen bijeen onder het voorzitterschap van SD-leider Reinhard Heydrich, om de organisatie van de genocide van de Europese Joden te bespreken.
maart 1942
Begin van "Operatie Reinhard"
In het bezette Polen worden de vernietigingskampen Bełżec, Sobibór en Treblinka over een periode van enkele maanden in bedrijf genomen, om de door de Duitse regering geplande massamoord op de Europese Joden uit te voeren. Deze kampen zijn uitgerust met gaskamers, waarin honderden of zelfs duizenden mensen tegelijk worden vermoord met giftig gas. Ook de kampen Majdanek en Auschwitz-II Birkenau zijn uitgerust met gaskamers.
2 feb. 1943
Duitse nederlaad bij Stalingrad
Om de Russische stad Stalingrad wordt bijna een half jaar enorm zwaar gevochten. Op 2 februari geeft het Duitse 6e leger zich over. De gevoelige nederlaag keert het tij. Duitsland is door het Rode Leger definitief in de verdediging gedwongen.
19 apr. 1943
Opstand in het getto van Warschau
In het getto van Warschau verzetten de aldaar gevangen Joden zich tegen de Duitse massadeportaties naar vernietigingskampen. Op de vooravond van het Pesach-feest gaat het Joodse verzet over tot een gewapende opstand. De Duitse autoriteiten reageren ongenadig hard. Het hele getto wordt vernietigd - de inwoners worden ter plekke vermoord of gedeporteerd naar vernietigingskampen.
6 jun. 1944
D-Day
Geallieerde troepen landen op de stranden van Normandië, in Noord-Frankrijk, om vandaar West-Europa te bevrijden. Deze "beslissende dag" (Decision Day of D-Day) is de grootste invasie vanaf zee in de geschiedenis.
17 sept. tot 25 sept. 1944
Slag om Arnhem
Onder de codenaam "Operatie Market Garden" proberen geallieerde troepen met grote luchtlandingen bruggen over de belangrijkste Nederlandse rivieren te veroveren. Het doel is om uiteindelijk op te rukken naar Duitsland. De operatie mislukt, onder andere dankzij onverwacht hevige weerstand van Duitse troepen.
16 dec. 1944
Begin van het Ardennenoffensief
In een wanhopige poging om het tij te keren beveelt Hitler een offensief in de Belgische Ardennen. Hij hoopt zo Antwerpen te heroveren en de westelijke geallieerden een halt toe te roepen. Het offensief mislukt; op 25 januari 1945 is het Duitse leger weer terug bij af.
27 jan. 1945
Bevrijding van Auschwitz
Sovjet-Russische troepen trekken het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz binnen, waar op dat moment nog enkele duizenden verzwakte gevangenen zijn. In onze eigen tijd is 27 januari de internationale dag van herdenking van de Holocaust.
30 apr. 1945
Dood van Hitler
Na de realisatie dat de oorlog definitief verloren is, pleegt Hitler zelfmoord in zijn "Führerbunker" in Berlijn. In een politiek testament geeft hij de Joden de schuld van de oorlog en benoemt hij de admiraal Karl Dönitz tot zijn opvolger.
7 mei - 9 mei 1945
Overgave van Duitsland
Op 7 mei geeft nazi-Duitsland onder leiding van Karl Dönitz zich officieel over aan de westelijke geallieerden. Op 9 mei volgt de officiële overgave aan de Sovjet-Unie.
Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.
Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.
Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.